Het verhaal begint in 1990 wanneer drie vrienden: Rik Schreurs, Theo Pasque en Guido Geunis beslissen om hun passie voor wijn maken concreet vorm te geven. Ze beginnen met een aantal druivenstokken te planten in hun achtertuinen. Guido Geunis, een van de stichtende vrienden, speelde een belangrijke rol in de beweegrichting van hun passie. Met roots in de Champagnestreek spendeerde Guido een aanzienlijke tijd als kind, met vrienden en familie, in Frankrijk. Elk jaar keerde hij terug en ontmoette hij een aantal Champagne boeren zoals Petit Pol en Alain Guillame. De microbe van het schuimwijn maken ontkiemt in deze fase. Met de vraag of hij een aantal druivenstokken mee naar België zou kunnen krijgen, kreeg hij als antwoord: “Je kan het proberen, maar dat lukt jou toch nooit…” Na enkele jaren van experimenteren ontstond de mogelijkheid om een stuk landbouwgrond met zuiderhelling in het Hoogveld in Jesseren te bewerken. De drie vrienden twijfelden geen moment en realiseerde hun eerste gezamenlijke wijngaard van ongeveer een halve hectare.

De wijnen en schuimwijnen die in de beginjaren werden gemaakt werden voornamelijk zelf gedronken, en zeer goed bevonden. In de weekends werd de productie vervaardigd in de huiselijke kelders van de drie vrienden, de mannen waren gedreven bezig met hun hobby. Doordat de wijnen voornamelijk dienden voor eigen gebruik werd al vroeg beslist om geen additieven (met name chemicaliën) toe te voegen aan hun wijnen, alsook geen insecticiden of herbiciden te besproeien in de wijngaard, want ze dronken de wijn tenslotte zelf uit. Men kan spreken dat ze toen al aan ‘biologische wijnbouw’ deden, zonder het zelf te beseffen of als commerciële troef in te zetten.

Elk jaar verbeterde de kwaliteit van hun producten en dat bleef niet onopgemerkt. Men kreeg de vraag van verschillende sommeliers om een aantal flessen te verkopen. Zo ging de bal aan het rollen en al snel stonden de flessen in een aantal toprestaurants in België op de wijnkaart onder de naam Champinnot, waaronder; Het Hof van Cleve, de Karmeliet en Jardin Tropical.

​

De vraag naar, en de gedrevenheid in het maken van hun wijnen werd alsmaar groter. Hierdoor besloten de drie vrienden om hun wijngaard nog uit te breiden. In 2009 besluiten ze om een bvba op te richten. Aangezien de huiselijke kelders te klein werden om hun producten te vervaardigen besloten ze om hun productie te verhuizen naar een boerderij in Jesseren.

​

In de zomer van 2008 beschadigde een hevige hagelbui het grootste gedeelte van de wijngaard. De oogsten van 2008 en 2009 bedroegen nog geen 1/3 van de normale opbrengst. Om toch niet stil te zitten herbegon men met de vinificatie van hoogstam appels, een vergeten streekproduct. Tientallen verschillende ‘vergeten’ appelsoorten werden aangevoerd door Natuurpunt vzw, die de hoogstamboomgaarden in beheer hebben. Door de appelwijn op dezelfde manier te vergisten als mousserende wijn bekwam men een zeer fris mousserend aperitief. Tot op heden beter bekend als ‘Apples and Pearls’.

De jaren hierop breidde de wijngaard mondjesmaat uit en veranderde de naam onder druk van het CIVC van Champinnot naar Optimbulles. In 2011 werd er een investering gedaan om het volledige productieproces in eigen handen te hebben.

Sinds 2010 ben ik, Maxim zoon van Guido Geunis, ook betrokken in het verhaal. Vanaf mijn geboorte werd ik ondergedompeld in de wijnwereld en mijn passie voor wijn maken is dan ook sinds mijn 15de beginnen opflakkeren. Ondertussen werk ik zeer intensief mee in het verhaal en werd ik onlangs aangesteld als medezaakvoerder.